Er is een toename van ouders die naar de rechter stappen. En toch is het de vraag of dat nieuws is wat zoveel aandacht moet krijgen… Ivo Mijland werd gevraagd commentaar te geven op de toename van ouders die scholen aanklagen, maar in plaats van mee te gaan in die (negatieve) tendens, stortte hij zich op wat men kan doen om constructief in gesprek te blijven met ouders.

Deze week werd ik gebeld door een journalist van KRO/NCRV. Als auteur van het boek ‘De kracht van klagende ouders’ wilde men weten wat ik eigenlijk vind van het toenemende aantal ouders dat hun klacht voor de rechter brengt. In het verleden deed ik vrolijk mee aan dit soort items: de beste reclame voor je boek is immers een plek in de media. Toch hapte ik deze keer niet op de vraag maar stelde een wedervraag: Wat zou er gebeuren als er een nieuwsitem komt over de constructiviteit die ouders dagelijks tonen in heel Nederland? Wat als we het negatieve nieuws zouden pareren met wat er al lang (en veel meer) is: goed gedrag?

Boze ouders bij de rechter omdat hun kind niet mee mag doen aan de eindmusical in groep acht. Ouders die de schorsing van hun zoon aanvechten bij de rechter. En ouders die de uitloting op de door hun gekozen middelbare school niet willen accepteren. Het zijn drie schrijnende verhalen die je tegenkomt als je Google vraagt informatie te verstrekken naar aanleiding van de zoektermen ‘ouders’ en ‘rechter’. Er is iets aan de hand, zo lijkt het. Toch herkende ik me helemaal niet in het nieuwsitem wat De Monitor in een uitzending wil uitwerken. Ook in mijn ruime onderwijsnetwerk is er nauwelijks herkenning van het geschetste probleem. ‘Nooit meegemaakt’, ‘weleens een lastig gesprek, maar kom er meestal wel uit’, ‘slechts één keer heb ik de afgelopen dertig jaar hulp moeten vragen, omdat het me even niet meer lukte’.

Tips voor in de praktijk

Begin (als school) met het perspectief van de ouders. Het lijkt mij ook verschrikkelijk als mijn kind niet mag meedoen aan de eindmusical. En als mijn kind het er zelf naar gemaakt heeft, lijkt het me alleen maar erger en pijnlijker. Je wilt dat het goed gaat met je kind en elk signaal waaruit blijkt dat dat niet zo is, voelt als een messteek in je hart. Als de leerkracht die pijn zou erkennen (‘Het lijkt me voor jou als ouder heel verdrietig als je ziet dat het niet goed lukt met jouw zoon op school’) zou dat helpen. Door te luisteren naar het verhaal van de ouders – in een zo vroeg mogelijk stadium – geef je het signaal af dat je beseft dat je onderdeel bent van het probleem. En dus ook vaak een sleutel hebt voor een mogelijke oplossing.

Gevoels- en inhoudsniveau

Pas als je het perspectief van de ouder(s) onderzocht hebt, kun je weloverwogen de inhoud induiken. Op gevoelsniveau kun je de ouders altijd gelijk geven. Emoties liggen veel dieper dan de inhoudelijke argumentatie. Soms ontdek je dat ouders je blinde vlek ontmantelen en kun je ze bedanken voor hun kritische houding, een andere keer zie je dat je besluit wel degelijk passend is in de gegeven situatie.

Ik kom als trainer van leraren situaties tegen waarin ouders gelijk zouden moeten krijgen, ook op inhoudsniveau. Als je kind slecht is in wiskunde en er door ziekte al maanden geen wiskundedocent voor de klas staat, hebben ouders groot gelijk dat dat een slechte zaak is. Ook al kan de school er niks aan doen en heeft ze alles op alles gezet om het probleem op te lossen, ouders hebben wel gelijk dat het niet wenselijk is. Pas als je dat gelijk erkent, kun je gaan spreken over het grotere geheel.

Deze strategie leverde een van mijn studenten de oplossing van dit probleem. Door de erkenning die de boze ouder kreeg, kwam er ruimte voor een dialoog. Daags na het gesprek belde de vader terug: hij had een wiskundedocent gevonden in zijn eigen netwerk. Erkenning voor het gelijk zet de deur naar samenwerking vrijwel altijd open.

Smeed het ijzer als het koud is

Als je ouders altijd benadert als de meest deskundige personen als het gaat over het wel en wee van het kind, voorkom je escalaties. Dan spreek je ze aan als bondgenoot, als hulpbron.

Smeed bovendien het ijzer als het koud is. Door je vanaf het eerste contact op te stellen als een partij die geïnteresseerd is in de vragen, antwoorden, zorgen en overtuigingen van ouders, investeer je in de relatie.

Ik gaf zelf als mentor direct de geurvlag of, door op de eerste ouderavond te zeggen dat ik met ouders als partners wilde optrekken. En ik zei daarbij dat dat heel vaak makkelijk verloopt, maar soms ook stroef. Als het makkelijk verloopt, is partnerschap een eitje. Door op de eerste ouderavond een oproep te doen om het partnerschap ook en vooral in het vizier te houden als er roest op de ketting komt, lukt het om het samen snel weer gesmeerd te laten verlopen.

Waarom moeten wij beginnen?

Natuurlijk kun je bovenstaande verhaal ook omkeren. De school heeft ook gelijk. Die hebben ook een kant van het verhaal. Ouders zouden dan toch ook erkenning kunnen geven aan de school? Waarom moeten wij beginnen?

Als ik die vraag krijg tijdens een training, geef ik aan dat degene die moet beginnen degene is die het als eerste door heeft dat je samen in de achteruit zit. Degene die als eerste door heeft dat het gevecht steeds destructiever wordt, kan het patroon doorbreken door te gaan luisteren naar het onrecht dat de ander blijkbaar recht wil zetten. Wie begint wordt uiteindelijk ook bemind.

Als je erkenning geeft voor het punt van de ouders, krijg je in vrijwel alle gevallen erkenning voor jouw punt. Ouders reageren dan bijvoorbeeld met zinnen als ‘het zal voor jou ook niet altijd makkelijk zijn’ of ‘ons kind kan ook problemen veroorzaken’.

De Monitor

Terug naar de Monitor van KRO. Natuurlijk is het een nieuwsgegeven dat er meer ouders de gang naar de rechter zoeken en dat is voor niemand een wenselijke ontwikkeling. De toename is in percentage zelfs groot en dat is een slechte zaak. Wat de uitspraak van een rechter ook is, uiteindelijk is het kind de verliezende partij. Het zal uit loyaliteit met vaders en moeders mond meepraten, zelfs als het vindt dat ze zich belachelijk gedragen.

Ik heb dus best een boodschap te vertellen over die ontwikkeling, maar vind tegelijk dat “opblaasjournalistiek” moet worden ontmanteld. Want het echte nieuws is dat ouders in een roerige onderwijstijd zich vrijwel altijd van hun beste kant laten zien. Zelfs als hun kind onderwijs krijgt in te grote klassen en geen wiskunde krijgt omdat er geen vervanger gevonden kan worden. Déze groep ouders verdient een podium.

Ivo Mijland schreef o.a. schreef een boek over ‘De kracht van klagende ouders’. In dat boek legt hij praktisch uit hoe je van ouders de ambassadeurs van je school kunt maken.

Lees dit artikel ook op nivoz.nl »

Ivo Mijland

Auteur Ivo Mijland

Ivo Mijland (Oss, 1969) is auteur van een groot aantal boeken, waaronder ‘Ik ben toch té gek’ en ‘Step your mind’. Hij schrijft en spreekt over Passend Onderwijs. Hij komt op voor de (onderwijs)rechten van alle kinderen.

Meer artikelen van Ivo Mijland