Na de les vraagt ze of ze je bord mag uitvegen. Als je op de gang per ongeluk tegen haar opbotst, zegt ze bijna volwassen ‘pardon, meneer’. In de les zorgt ze voor het klassenboek. Iemand moet dat doen, toch? Ze levert altijd als eerste haar werkstukken in en stelt een intelligente vraag als de docent er zichtbaar om vraagt. En ook thuis is het een lieverdje. Ze doet boodschappen, kookt regelmatig en ruimt de rommel van haar broers en zussen op. “Doe mij maar dertig van zulke engeltjes,” hoor je tijdens de rapportvergaderingen zeggen. Toch zit het de mentor niet lekker. Want ondanks haar voorbeeldige gedrag, heeft hij het gevoel dat er iets niet okay is. Regelmatig spookt door zijn hoofd: “Help, er zit een engeltje in mijn klas…”
Lees hier het volledige artikel