Een reclame van nootjesfabrikant Duyvis toonde ooit het controlewerk van de afdeling kwaliteitsgarantie. De nootjes konden in twee categorieën vallen: oké of niet oké. Nootjes die niet oké bevonden werden, voldeden niet aan de norm en hoorden er niet meer bij. In het onderwijs is ook zo’n proces aan de gang. Kinderen worden momenteel meer dan ooit ingeschaald in de categorie oké (‘gewoon’) of niet oké (‘gek’). Dat komt doordat er een gestandaardiseerde norm wordt gehanteerd van hoe onderwijs eruit moet zien. Echter, zo’n breed omarmde normaliteit brengt direct een abnormaliteit in beeld. Het effect is dat kinderen die ervaren niet oké gevonden te worden, vaak ook niet oké gaan doen. Waarop de unfaire reactie ‘zie-je-wel, dat kind is niet normaal’ volgt. En dat is gek, want gekke kinderen zijn niet gek maar anders gewoon.
Lees hier het volledige artikel