Op de website van vrijwel elke school in Nederland wordt vermeld dat het kind centraal staat. Helaas lukt het vaak niet om die centraalstelling in een contextueel perspectief te plaatsen. Zolang de kinderen niet in de knoop zitten, lukt het scholen meestal prima om de kinderen echt te zien. Hardwerkende, enthousiaste, vriendelijke kinderen worden graag en met weinig moeite centraal gesteld. Maar zodra er een haast onontwarbare knoop van problemen dreigt (getoond door kinderen door bijvoorbeeld te schreeuwen, te vechten of zich juist terug te trekken), hebben leraren, hulpverleners, coaches, begeleiders en andere helpers de neiging om die knoop te slechten met een stevige interventie. De knoop wordt doorgehakt, zonder te onderzoeken wat de knoop ons vertelt over loyaliteit. De hulpverleners hebben dan vaak de neiging zich te richten op het probleem, zonder stil te staan bij wat er achter de Gordiaanse knoop die een kind met zich meezeult schuil zou kunnen gaan. In dit artikel verken ik hoe je kinderen die in de knoop zitten recht kunt doen, door de knoop niet te lijf te gaan met een zwaard, zoals Alexander de Grote ooit deed, maar door als begeleider de knoop te bestuderen. Hoe stel je het kind centraal als het in de knoop zit? Dat doe je door op een liefdevolle wijze de wereld van het kind te onderzoeken, op zoek naar het verhaal achter de Gordiaanse knoop.

Ik stel jullie voor aan Judith. Ze is 17 jaar. Ze zat tot het eindexamen nooit in de knoop. Ze was een vrolijke leerling, haalde hoge cijfers en was vriendelijk tegen haar leraren. In de rapportvergadering klonk al vijf jaar de oneliner: “Doe er daar maar dertig van in een klas”. Judith was buiten school een talentvolle volleybalster, had een fijne groep vriendinnen en had ouders die trots waren als een pauw. Vlak voor het eindexamen draaide Judiths gedrag 180 graden. De vrolijke dame trok zich terug op haar kamer, ging in de weekenden flink los met alcohol en sigaretten, experimenteerde met ketamine en kwam vaak laveloos thuis. Judith zat in de knoop, een onontwarbare knoop. Haar ouders deden er alles aan om haar uit die knoop te halen. Met huisarrest trachtten ze haar weg te houden van straat. De overtuiging die ze hadden, met de beste bedoelingen, was dat Judith de pech had verkeerde vrienden tegengekomen te zijn. De mentor en de teamleider voerden lange gesprekken met haar en gaven haar tal van adviezen. De strekking: als ze zo door zou gaan, zou ze zakken, kwam haar toekomst in gevaar, kon ze haar opleiding aan het hbo vergeten en maakte ze haar ouders verdrietig. De focus kwam te liggen op de knoop van Judith, in plaats van de knoop én Judith. Judith haalde haar schouders op. “Laat me met rust”, waren de enige woorden die ze eruit wilde gooien. Op alle andere goed bedoeld adviezen (“Stop ermee je leven te verruïneren”) ging ze niet in.

Als het goed gaat met kinderen, lukt het prima om de leerling centraal te stellen. Dat zie ik op scholen ook terug. Kinderen die in balans zijn, krijgen waar ze recht op hebben. Ze ontvangen erkenning en waardering, schouderklopjes en dankbaarheid, liefde en aandacht. Deze positieve focus verliezen we vaak als het kind gaat afwijken van de norm. Als het kind destructieve keuzes maakt, kijken we niet meer naar wat het kind geeft, maar naar wat het kind ons als volwassenen tekort doet. Het gedrag zorgt immers voor zorgen, angsten, onzekerheden en onbegrip. Overigens lukt het scholen vaak niet om onzichtbare destructieve keuzes als knoop te herkennen. Bij kinderen die zich vanuit parentificatie als engeltjes gedragen, zijn we dankbaar voor het engeltjesgedrag i.p.v. te kijken naar het onzichtbare gevende kind te ontmoeten.
Zodra de leerling in de knoop zit, lijken we het kind centraal te zetten als we die knoop willen ontwarren. We willen immers dat Judith een diploma haalt, de ketamine laat voor wat het is (wie slikt er nou een verdovingsmiddel voor paarden?), haar brein en lever niet beschadigt met liters alcoholhoudende drank en haar longen niet voorziet van een dikke laag stroperige teer. Maar in hoeverre staat Judith echt centraal als we ons focussen op haar gedrag? Doen we Judith recht als we haar knoop willen ontwarren?
Griet Op de Beeck sprak in 2016 tijdens een aflevering van het tv-programma Zomergasten over de kracht van sterke kinderen. Ze zei in dat interview dat kinderen veel te sterk zijn ten opzichte van hun ouders: “Ook als ze niet krijgen van hun ouders wat ze nodig hebben van hun ouders, zullen ze nooit zeggen dat ze een slechte mama of papa hebben. Ze zullen altijd de schuld bij zichzelf leggen.”

Als we deze bewering toepassen op ons voorbeeld, is het dan niet zo dat Judith met haar eigen knoop de knoop bij een ander probeert te voorkomen? Ik leerde van de psychiater Ivan Böszörményi-Nagy dat je bij de knoop de volgende vraag zou moeten stellen: “Wat geeft Judith (en aan wie geeft ze) door zichzelf tekort te doen in haar persoonlijke, psychische en lichamelijke ontwikkeling?”

Ik ontmoette Judith voor het eerst in oktober 2021. Ik zag een kind in nood, die haar verbindingen met de wereld aan het afbreken was. Het vuur in haar ogen leek geblust met ijswater. Er was nauwelijks contact met haar mogelijk. Maar, ze was wel gekomen. Er was dus een openingetje voor een dialoog. Ik bedankte haar voor haar komst en vroeg haar wat ik in ieder geval niet moest doen als ik met haar in gesprek ging. Na die vraag ontstond er even een vuurtje in haar ogen: “Mij moet je niet gaan vertellen wat ik allemaal verkeerd doe. Daar heb ik wel genoeg van gehoord de laatste tijd.” Ik vroeg aan Judith of ze zich mij wilde voorstellen door de ogen van haar ouders. Hoe zouden zij haar aan mij presenteren? Judith gaf aan dat haar ouders haar toch niet begrepen. Ze sprak met een teleurgestelde stem de woorden waarvan ze dacht dat haar ouders die zouden gebruiken: “Tot voor kort was ze een voorbeeldige dochter. Maar sinds mei is ze een probleemkind.” Ik vroeg haar hoe dat voor haar was, dat haar ouders zo over haar lijken te denken. “Ik weet het. Ze moeten het er maar mee doen.”

Ik besloot met Judith een genogram te tekenen, om haar familie in beeld te brengen. Het duurde niet lang voor er in de feitelijke dimensie een heftige situatie in de tekening verscheen. De tweelingbroer van haar vader pleegde in april 2016 suïcide. Ik vroeg haar wat deze verschrikkelijke gebeurtenis voor effect had gehad op de gezinsleden. Haar reactie was kort: “Maak van had maar heeft”, beet ze me toe, verwijzend naar de nog altijd diepe wond die in het gezin ontstaan was. En terwijl de eerste tranen zich openbaarden, begon Judith te vertellen over die dramatische dag in 2016. Judith vertelde dat ze haar vader tot dat moment nooit had zien huilen en dat, toen hij dat wel deed, hij zijn best deed om de tranen te verstoppen voor zijn dochter. “Vanaf die dag had ik besloten om er alles aan te doen om mijn vader gelukkig te maken. Hij wilde niet huilen, dus wilde ik hem blij maken.” Judith deed dat door een voorbeeldige dochter te zijn, die haar vader trots zou maken. Dat lukte tot mei 2021. “Ik heb het gevoel dat ik vijf jaar op mijn tenen had gelopen. Ik voelde dat ik de boel bij elkaar moest houden. En ik dacht ook dat dat gelukt was. Maar dat duurde tot ik ontdekte dat mijn vader stiekem dronk, veel dronk. Op dat moment besefte ik dat het me niet gelukt was mijn vader te redden. Mijn wereld stortte in. Ik gaf het op en stopte direct met het perfecte meisje te spelen.”

Plots hadden we het niet meer over de knoop van Judith, maar over hoe die knoop onbedoeld ontstaan was om de knoop bij haar vader te voorkomen. Ze wilde dat het goed zou gaan met hem. Tegen beter weten in dacht zij dat ze met voorbeeldig gedrag het medicijn kon zijn voor de rouw van haar vader. Want zoals Griet Op de Beeck zei: “Kinderen offeren zich op om hun ouders te redden. Er is geen kind die zijn ouders voor een gesprek aan de keukentafel inviteert. Geen dochter die zegt: Pap, ik zie dat je veel verdriet hebt, maar weet dat ik ook mijn eigen verwerking nodig heb. Ik kan jouw verdriet niet oplossen, daarvoor zul je professionele hulp moeten zoeken.”

Nee, kinderen stappen in de parentificatie, in de hoop dat ze een onoplosbare Gordiaanse knoop bij een ander kunnen voorkomen. Ze zetten hun eigen verlangens en belangen aan de kant, geven alles wat in hen zit om de boel bij elkaar te houden, zich niet realiserende dat ze dat helemaal niet kunnen. Sommige kinderen houden dat vol tot hun veertigste, bij Judith ging het na vijf jaar tenenloperij hopeloos mis. En op school hadden ze een blinde vlek. De focus ging naar het voorbeeldige gedrag in de klas. Iedereen sprak lof over Judith. Niemand had in de gaten dat ze vijf jaar alles deed om te voorkomen dat haar vader in de knoop zou geraken.

Als we naar deze casus kijken, hebben we een mooi beeld van hoe kinderen echt centraal te stellen. We zien het kind dan niet als een objectiveerbaar mens (dit is Judith, ze drinkt en gebruikt drugs) maar als een subject in een leefwereld met andere subjecten (dit is Judith in relatie tot ouders, waarin iedereen op zijn of haar manier probeert recht te doen aan een ander). We zien Judith dan niet alleen als het kind, maar ook als de dochter van. En we zien haar vader niet alleen als vader, maar ook als de broer van de man die uit het leven stapte. Judith is dan niet langer enkel de leerling met destructief gedrag, maar ook de dochter die een grotere knoop in het gezin wil voorkomen. Zonder dat ze er erg in heeft, tracht ze haar vader te helpen de pijn te dragen, waarbij ze het offer brengt haar eigen pijn in te slikken en haar eigen ontwikkelruimte te minimaliseren. Haar vader doet op zijn manier zijn best om zijn pijn niet te presenteren aan zijn dochter, niet wetende dat hij daarmee juist de pijn bij haar vergrootte. Hij denkt goed te doen door veel te drinken, omdat hij door de drank de pijn – waar hij zijn dochter niet mee wilde lastigvallen – letterlijk wegslikte.

Gedrag dat mensen laten zien, zowel constructief als destructief, wordt altijd vanuit nature en nurture gevoed. Het kan deels je aanleg zijn om proberen weg te blijven bij diepe rouw, maar uiteindelijk zijn het je opvoeding en loyaliteit die bepalen of je links of rechts afslaat. Judith nam een afslag met grote gevolgen, maar elke afslag die een mens neemt is er een met diepgewortelde (onzichtbare) loyaliteit. Het kind zet je niet centraal door het uit te leggen dat het de verkeerde afslag genomen heeft. Als je het kind echt centraal zet, onderzoek je wat het kind aan zijn ouders geeft door juist die afslag te nemen. Je zoomt in op die afslag, om samen met het kind te onderzoeken welke voordelen er via die route te behalen zijn. In het geval van Judith werd dat duidelijk. Ze was bijna vijf jaar het perfecte meisje, om de val van haar vader te voorkomen. Ze deed er alles aan om hem zijn geluk terug te laten vinden. In april 2021, vlak voor haar eindexamen havo, ontdekte ze dat het haar niet gelukt was haar vader te redden. Met drank en drugs startte ze de vernietiging van haar lichaam. Ze zei daarover: “Het is niet gelukt om mijn vader weer gelukkig te maken. Aan mij heeft hij blijkbaar niets. Als ik er morgen niet meer ben, zal niemand mij missen.”

Na het eerste intense gesprek met Judith, volgde een hele reeks gesprekken met zowel Judith als haar vader. In die gesprekken kwam wederzijdse erkenning tot stand, ontstond langzaam ruimte voor vijf jaar oude tranen. Vader beloofde hulp te gaan zoeken om zijn rouwproces serieus aan te gaan pakken en het alcoholische vocht te gaan vervangen door zilte tranen. Ook gaf hij aan dat hij het fijn vond dat Judith met zoveel liefde had geprobeerd om hem gelukkig te maken en dat hij dat niet voldoende had gezien. De Gordiaanse knoop werd elk gesprek minder strak. Elke keer zag je een paar draadjes losspringen. Het leek alsof vader en dochter door het bewust aanschouwen van elkaars knopen, stap voor stap de verbindende draad tussen vader en dochter wisten te herstellen. De knoop die eruit zag als misbruik van drank en drugs, het volledige verlies van motivatie voor school en sport, bleek een knoop van verlangen, zorg en liefde.

Als je als hulpverlener, docent, huisarts, pastoraal medewerker of welke andere hulpbron ook het kind echt centraal wilt stellen, ook als het kind destructief gerechtigd door het leven gaat, dan ga je wat mij betreft uit van het gegeven dat elke knoop die zich aan je openbaart, een vorm van existentiële loyaliteit is. Het is een vorm van geven om grotere verwarring te voorkomen. Een poging om te voorkomen dat degene die je het leven gegeven heeft, in de knoop komt te zitten. Wanneer een kind een gedragsprobleem etaleert, hak de Gordiaanse knoop dan niet door met een zwaard. Wees liever nieuwsgierig naar welke knopen het kind wilde voorkomen en ontwar, ontrafel die knoop dan draadje voor draadje. Als dat lukt, zet je het kind pas echt centraal.

De casus in dit artikel en de bijbehorende naam is, om herkenbaarheid te voorkomen, een mix van feitelijke elementen uit meerdere begeleidingstrajecten.

Ivo Mijland (Oss, 1969) is opleider bij Ortho Consult. Hij verzorgt onder andere de tweejarige opleiding voor contextuele leerlingbegeleiders/coaches. Hij is auteur van 24 onderwijsboeken.

Bron: Vakblad voor Contextuele Hulpverlening 2022 jaargang 27 nr. 4 »